Brieven over het kwaad
de correspondentie tussen Spinoza en Van Blijenbergh
Uit 'Brieven over het kwaad' blijkt dat Spinoza 350 jaar geleden al sterkere argumenten tegen het bestaan van een vrije wil had dan hedendaagse neurowetenschappers kunnen leveren. Dit maakt deze briefwisseling verrassend actueel. Deze 'Brieven over het kwaad', oorspronkelijk geschreven in 17de-eeuws Nederlands, zijn zeer toegankelijk en geschikt voor een breed publiek. Miriam van Reijen heeft ze in hedendaags Nederlands hertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien. In 1664-1665 schreven Benedictus de Spinoza en Willem van Blijenbergh elkaar acht brieven, die bekend zijn geworden als de 'Brieven over het kwaad'. Centraal in deze briefwisseling staat de vraag naar de verantwoordelijkheid voor het kwaad in de wereld: als god er verantwoordelijk voor is dat mensen een vrije wil hebben, is hij dan ook verantwoordelijk voor wat zij met deze vrije wil doen? Als overtuigd christen ging Van Blijenbergh hierbij uit van een fundamenteel ander godsbeeld dan Spinoza. Dit bleek al snel het breekpunt tussen hen dat ook door een persoonlijke ontmoeting niet werd opgelost. Daarna beëindigde Spinoza de correspondentie in zijn vierde, korte brief. Miriam van Reijen studeerde sociale filosofie en ethiek, en cultuur- en godsdienstsociologie. Zij doceerde wijsbegeerte aan diverse universiteiten en hogescholen. In 2010 promoveerde zij op Spinoza's filosofie van de affecten in relatie tot zijn politieke filosofie.
ISBN/EAN | 9789028424883 |
Auteur | Benedictus de Spinoza |
Uitgever | Park Uitgevers |
Taal | Nederlands |
Uitvoering | Gebonden in harde band |
Pagina's | |
Lengte | 208.0 mm |
Breedte | 134.0 mm |