Carry van Bruggen
Dieptedenker pur sang
Bevat o.a. haar meesterwerk 'Eva'en haar beroemde en actuele essay 'Vaderlandsliefde, Mensenliefde en Opvoeding' in hedendaagse spelling en een bonte verzameling van commentaren.
Lees verder
Specificaties
ISBN/EAN | 9789079133321 |
Auteur | Carry van Bruggen |
Uitgever | Vrije Uitgevers, De |
Taal | Nederlands |
Uitvoering | Paperback / gebrocheerd |
Pagina's | 600 |
Lengte | 225.0 mm |
Breedte | 155.0 mm |
Carry van Bruggen groeit op in een groot joods gezin. Ze publiceert naast journalistiek werk een groot aantal romans, die tijdens de tweede feministische golf in de jaren zeventig herontdekt worden. Het meest bekend is Carry van Bruggen vooral geworden door haar meer filosofische werk: 'Prometheus' en 'Hedendaags fetisjisme' over het verschil tussen individueel en collectief gedrag en de positie van minderheidsgroepen. Indië Carry van Bruggen wordt geboren in een kinderrijk (17) gezin in Smilde, maar verhuist al snel naar Zaandam. Daar volgt ze een opleiding tot onderwijzeres. Vanaf 1900 geeft ze les in Amsterdam. In de hoofdstad krijgt ze door toedoen van haar broer Jacob Israël contact met de culturele wereld. In 1904 trouwt ze met de journalist Kees van Bruggen. Het echtpaar krijgt twee kinderen en brengt enkele jaren in Nederlands-Indië door waar Van Bruggen hoofdredacteur wordt van de Deli-Courant. Carry vertaalt, schrijft recensies, verhalen en romans. Ze debuteert met de bundel 'In de schaduw' over haar joodse jeugd en haar weinig positieve herinneringen aan Indië. Haar eerste romans zijn sterk door het naturalisme bepaald, in later werk gaat het haar meer om ‘subjectieve zelfverdieping’. Het door Frans Coenen zeer bewonderde 'Heleen' is daar een voorbeeld van. De rol en de positie van de vrouw komt in die roman, ‘waarom alles is zoals het is’, voor het eerst duidelijk naar voren. In 1914 gaan Carry van Bruggen en haar man uit elkaar. Zij gaat in Laren wonen en voorziet door lesgeven en het houden van lezingen (soms honderd per jaar!) in haar onderhoud en dat van haar kinderen. De huwelijksperikelen verwoordt ze in 'Een coquette vrouw'. Ze pleit voor een dienstbare liefde die niet vernederend is. Tijdens de oorlogsjaren werkt ze al aan 'Prometheus' (1919), één van haar belangrijkste geschriften. Van Bruggen constateert een scherpe tegenstelling tussen het collectief en het individu. Het collectief streeft naar absoluut geldende regels, het individu relativeert zekerheden en twijfelt aan het algemeen geaccepteerde. Van Bruggen is zich van die positie, als Jodin en als vrouw, sterk bewust. Over dat ‘anders – zijn’ schrijft ze het meest expliciet in de roman 'Eva', waarin ook seksualiteit als synthese uit liefde en erotiek, een belangrijke rol speelt. Lange tijd zijn de roman 'De verlatene' en de verhalenbundel 'Het huisje aan de sloot' Van Bruggens populairste boeken, tijdens de tweede feministische golf komt vooral 'Eva' in de belangstelling te staan. 'In Hedendaags fetischisme' ontmaskert Van Bruggen de taal van een bepaalde sociale categorie als een onoirbare manier om jezelf te onderscheiden. Depressie In 1920 hertrouwt Carry van Bruggen met de 21 jaar oudere kunsthistoricus Adriaan Pit. Tijdens de gelukkige eerste huwelijksjaren publiceert zij voornamelijk verhalen met melancholieke herinneringen aan het verleden. Al tijdens het schrijven van 'Eva' heeft Van Bruggen last van neerslachtigheid. Het jarenlange onvermoeibare harde werken eist zijn tol. Tijdens een lezing in 1928 wordt zij onwel. Ze komt in een diepe depressie terecht, waar zij, ondanks een intensieve verpleging niet meer uitgeraakt. Behalve onder haar eigen naam heeft Carry van Bruggen in het begin van de twintiger jaren enkele minder gewaardeerde boeken gepubliceerd onder het pseudoniem Justine Abbing. Reputatie Ter Braak is enorm onder de indruk van haar 'Prometheus'. Het werk van Van Bruggen krijgt in de jaren zeventig weer veel aandacht. Het gaat in haar werk vooral om hoe (intellectuele) vrouwen tot zelfverwerkelijking kunnen komen in liefdevolle verhoudingen, waarin zij niet alleen een ondergeschikte rol moeten spelen. Over haar levens- en wereldbeschouwing publiceert J.M.J. Sicking in 1993 zijn proefschrift 'Overgave en verzet'.