De overwintering op Nova Zemla
Toen de Tachtigjarige Oorlog voorbij was, voeren veel Hollandse kooplieden langs de zuidkust van Afrika naar Indië om daar specerijen te kopen, maar hun levendige handel werd belemmerd door de Portugezen en Spanjaarden. Op advies van dominee Plancius probeerde men toen om via het noorden in Indië te komen. Na twee vergeefse reizen besloten De Rijp en Barendsz nog een uiterste poging te wagen om deze route te verkennen. Ze kwamen echter niet verder dan Nova Zembla. Hun schip raakte vast in het ijs en de schepelingen moesten overwinteren op dit eiland. Daar kreeg men veel last van beren. Ook miste men vitaminerijk voedsel, waardoor men scheurbuik kreeg. Het is een wonder dat de meesten na een barre tocht van achttien maanden weer terugkwamen in Holland. Wat wij van die tocht en deze overwintering weten, danken wij aan Gerrit de Veer. Dagelijks schreef hij op wat er gebeurde. Nog steeds is dit verhaal van onze voorouders, die vol moed deze barre tocht maakten, de moeite waard om te lezen. Woord vooraf De Hollanders hebben in de loop van de tijd op alle wereldzeeën gevaren om handel te drijven. Daardoor was er welvaart in ons land gekomen. Van al deze vaartochten is de tocht van Heemskerck en Barendsz wel de bekendste. Met hun scheepjes probeerden ze Oost-Indië te bereiken. Daarvoor hielden ze koers naar het noorden. Via de Noordpool meenden ze naar de andere kant van de aarde te kunnen varen. Maar hun tocht eindigde met een overwintering op het onherbergzame eiland Nova Zembla in 1596-1597. Wat wij van die tocht en deze overwintering weten, danken wij aan Gerrit de Veer. De Veer had vermoedelijk op een van de schepen de functie van 2e stuurman. In zijn journaal - reisverslag - beschreef hij nauwkeurig wat er elke dag gebeurde. Ook heeft hij zijn journaal versierd met een aantal eenvoudige tekeningen, waardoor wij ons beter kunnen voorstellen onder welke omstandigheden deze overwintering plaats gevonden heeft. Gerrit zijn vader was drukker en boekhandelaar in Amsterdam. Van hem leerde hij hoe belangrijk het is om alles op te schrijven wat er plaatsvond, zodat anderen nu nog kunnen lezen wat er gebeurd is. Heel bekend is verder ook het gedicht van H. Tollens Czn., ‘Tafereel van de overwintering der Hollanders op Nova Zembla, in de jaren 1596 en 1597’, door hem geschreven in 1819. Boven elk hoofdstuk plaatsen wij een stukje uit dat gedicht. Onderaan de pagina staat eenvoudig, vrij vertaald, wat Tollens bedoeld moet hebben. De overwintering op Nova Zembla heeft geen blijvende voordelen opgeleverd; integendeel, men kan gerust zeggen dat de tocht volkomen is mislukt. Maar zij geeft toch aan de wereld een bewijs van Hollandse moed en Hollandse ondernemingsgeest. Iedereen die hun verhaal leest, krijgt respect voor hun doorzettingsvermogen. Zij waren helden, die moeilijkheden niet uit de weg gingen. Ze zetten door tot het uiterste en volhardden in hun opdracht, zolang het kon. Daarom zal dit verhaal van de overwintering gelezen worden, zolang er Hollandse jongens en meisjes zijn, die er trots op zijn dat er zulke helden in hun voorgeslacht geweest zijn, die dit hebben aangedurfd. Daarom verdient ook dit verhaal een plaats in onze serie 'Historische verhalen voor jong en oud'. M.J. Ruissen
ISBN/EAN | 9789461151407 |
Auteur | M.J. Ruissen |
Uitgever | Uitgeverij De Ramshoorn |
Taal | Nederlands |
Uitvoering | Gebonden in harde band |
Pagina's | |
Lengte | 230.0 mm |
Breedte | 153.0 mm |