Fenomenologische Bibliotheek
Pedagogische geloofscommunicatie & Jeugdige ontwikkelingsfasen
Investeren in de jeugd is investeren in de toekomst.
Lees verder
Specificaties
ISBN/EAN | 9789079133260 |
Auteur | Johan Linschoten |
Uitgever | Vrije Uitgevers, De |
Taal | Nederlands |
Uitvoering | Paperback / gebrocheerd |
Pagina's | 360 |
Lengte | 225.0 mm |
Breedte | 145.0 mm |
DOROTHEA TIMMERS-HUIGENS is pedagoog en schreef o.a. Opvoeden praktisch bekeken, Ervaringsordening (2016) en Observeren en rapporteren in de zorg- en hulpverlening (2019). JOHAN LINSCHOTEN studeerde psychologie te Utrecht. Daar was hij vanaf 1948 verbonden aan het 'Psychologisch Laboratorium der Rijksuniversiteit' In 1956 promoveerde hij cum laude op een experimenteel psychologisch proefschrift over het binokulaire dieptezien. Zijn inaugurele rede, die handelde over het associatiebegrip. Van zijn hand verschenen vele publikaties waaronder een werk over William James: ‘Op weg naar een fenomenologische psychologie’. H.C. Rümke studeerde medicijnen studeren aan de UvA. Zijn opleiding tot zenuwarts ontving Rümke in de Amsterdamse Valeriuskliniek. De buitenkerkelijke Rümke werd assistent in deze toentertijd streng gereformeerde psychiatrische inrichting. Hij voelde zich aangesproken door de aldaar heersende opvatting dat het voor de psychiatrie van belang was zich te oriënteren op de psychologie en daarbij 'ook de beschrijvingen van dichters en kunstenaars te betrekken die ook voor de wetenschappelijke psycholoog belangrijke bijdragen geleverd hebben. Rümke heeft zijn psychiatrische beschouwingen steeds gelardeerd met verwijzingen naar de 'schone letteren'. Rümke promoveerde op 'Fenomenologische en klinisch-psychiatrische studie over geluksgevoel. Met zijn dissertatie over het gebruik van de fenomenologische methode in de psychiatrie verwierf Rümke een reputatie als fenomenologisch psychiater. De vertaling in de prestigieuze serie 'Monographien aus dem Gesamtgebiete der Neurologie und Psychiatrie' trok internationale aandacht. In 1928 werd huj chef de Clinique in het Amsterdamse Wilhelmina-Gasthuis ('Paviljoen Drie'). Daarnaast publiceerde Rümke artikelen in Nederlandse en Duitse vaktijdschriften. Hij vestigde zijn reputatie als psycholoog met 'Inleiding in de karakterkunde' over wat later persoonlijkheidsleer zou worden genoemd. Rümke wilde geen traditionele - somatisch georiënteerde - psychiater zijn, maar evenzeer een psycholoog. Hij gebruikte zowel de psychoanalytische als de fenomenologische benadering. In 1933 werd Rümke benoemd tot bijzonder hoogleraar in de ontwikkelingspsychologie en kon zich nu verder bezighouden met psychiatrie op een vooral psychologisch georiënteerde wijze, met klinische behandeling en psychotherapie van patiënten. Het college ontwikkelingspsychologie dat Rümke voorheen gaf, behoorde nu niet langer tot zijn onderwijsverplichtingen, maar hij behield het toch. Met zijn benoeming tot hoogleraar in de psychiatrie werden zijn inzichten en ervaringen toegepast en uitgewerkt. Na 1945 probeerde hij de plaats te bepalen van zijn vakgebied in de zich snel moderniserende wereld. Hij bemoeide zich met de gevolgen van maatschappelijke ontwikkelingen voor de geestelijke gezondheidszorg. Aan het einde van zijn carrière schreef hij in opdracht van het ministerie van O, K. & W. over Frederik van Eeden's 'Van de koele meren des doods, waarvoor de Henriëtte Roland Holst-prijs ontving. Na zijn emeritaat werd Rümke uitgenodigd om gasthoogleraar te zijn aan de universiteit van Ann Arbor in de V.S. De grondlegger van de psychologie in Nederland Gerard Heymans was hoogleraar in de wijsbegeerte en de psychologie te Groningen. Zijn grootste bekendheid als psycholoog ontleent Heymans aan de ‘speciale psychologie’: de leer van de menselijke verschillen of karakterkunde. Hij formuleerde een fundamentele metafysische theorie, het 'psychisch monisme', dat veronderstelt dat alle werkelijke processen psychische processen zijn, die zich echter voor een groot deel aan ons als fysische verschijnselen voordoen. Als rector magnificus van de RUG hield Heymans in 1909 een opmerkelijke rede over 'De toekomstige eeuw van de psychologie'.