Ik kijk in een kapotte spiegel

PANTOUM* (KERNWOORD: Eendagsvliegje) ik denk aan het leven om me heen ik zit hier op een lekkere harde stoel ik zie mezelf zoals ik me zojuist in de badkamerspiegel zag er kruipt een eendagsvliegje door mijn herinnering ik zit hier op een lekkere harde stoel dat geeft me stevigheid en een rechte rug er kruipt een eendagsvliegje door mijn herinnering steeds weer gevolgd door een gevoel van dankbaarheid dat geeft me stevigheid en een rechte rug het maakt me weemoedig en tevens hoopvol steeds weer gevolgd door een gevoel van dankbaarheid het is alsof de zee begint te vlammen het maakt me weemoedig en tevens hoopvol dat voelt goed, want via de zee kom ik weer dichter bij mezelf het is alsof de zee begint te vlammen bijzonder fijn dat golven blijven komen, alsof ze nooit van ophouden weten dat voelt goed, want via de zee kom ik weer dichter bij mezelf ik zie mezelf zoals ik me zojuist in de badkamerspiegel zag bijzonder fijn dat golven blijven komen, alsof ze nooit van ophouden weten ik denk aan het leven om me heen *Een Pantoum is van oorsprong een Tibetaans gedicht, een dichtvorm in twintig regels, waarbij steeds een aantal van de regels wordt herhaald.