Ooit zullen we elkaar alles vertellen

Het is de zomer van 1990. Een klein boerendorp in de DDR, vlak bij de grens tussen Oost- en West-Duitsland, vormt het toneel voor een liefdesgeschiedenis met dramatische afloop. Maria, bijna zeventien, woont bij haar vriend en zijn familie op hun boerderij. Ze is een dromer en leest liever boeken dan dat ze naar school gaat, in het huishouden of op het land helpt. Verderop in het dorp woont de veertigjarige Henner. Een vreemde einzelgänger, maar tegelijkertijd een zeer charismatisch man. Bij toeval komen Maria en Henner met elkaar in contact. Een blik en een aanraking zijn voldoende om verboden gevoelens op te roepen. Gevoelens die Maria in de armen van Henner drijven. De dramatische levensloop van Maria kan gezien worden als een metafoor voor de eenwording van Duitsland: na een hevige affaire waarin alles mogelijk leek, gaat het leven weer snel terug naar de normale gang van zaken. Ooit zullen we elkaar alles vertellen is een gepassioneerd liefdesverhaal dat dezelfde mengeling van afstand, gevoeligheid, kwetsbaarheid en sterkte kent als J.D. Salingers Vanger in het graan en In ongenade van J.M. Coetzee.